de beautysalon
8
Ofschoon ik er niet echt naar uit
keek (bevreesd voor wat komen zou),
won mijn gevoel het van loyaliteit
en besloot ik het te doen. Geheel
volgens goed middenstandsgebruik:
aan de keukentafel!
Als je iemand echt voor de eerste
keer ziet, zijn die eerste secondes
altijd de mooiste. Hoe ziet iemand
eruit, hoe verzorgt diegene zichzelf,
op welke plek gaat hij/zij zitten,
met welke houding, wat voor een
hand krijg ik en is er sprake van een
dialect en zo ja, hoe erg? Ofwel, het
aloude gezegde wordt van kracht:
‘you never get a second chance to
make a first impression!’
De eerste kandidaat meldde zich.
Deze was groot en stevig en met
een blik in haar ogen met wat ze in
Brabant noemen: “mij maak je de pis
niet lauw”. En dat bleek, deze werd
inderdaad niet lauw. Ze wist wat ze
wilde, was naar eigen zeggen erg
goed, had geen mindere eigenschap-
pen en kon eigenlijk alles wat haar
baas nu ook deed. Vond het alleen
onbegrijpelijk dat dit tegen €10,53
bruto per uur ging. Op de vraag hoe
ze zichzelf over drie jaar zag, werd
het antwoord iets minder duidelijk.
Of ergens werken, of misschien
wel een eigen salon. Een vriendin
van haar had dat ook gedaan met
behulp van het UWV en met behoud
van uitkering voor wat ze eventueel
tekort zou komen. Dat sprak haar
blijkbaar erg tot de verbeelding. Ik
herinnerde me ineens weer dat we in
Nederland waren, met regelmaat het
land bestuurd door dwazen. U snapt
het: tijd voor de volgende.
De volgende die binnenkwam, deed
de huiskanarie van mijn bevriende
onderneemster bijna van zijn stok-
je vallen. Het arme beestje schrok
zo hard, dat de veren in het rond
vlogen. Je zou zeggen, in dit vak
moet je er alles aan doen om een
beetje representatief te zijn. Je bent
immers je eigen reclamebord. Ik
zal u de beschrijving van de looks
besparen, maar laat ik het zo zeg-
gen, een gemiddelde oudijzerboer
zou een goede dag hebben als zij
besloot afscheid te nemen van haar
nieuwe lichaamsdecoratie. Op de
vraag waarom deze niet zichtbaar
waren op het fotootje bij de CV
was het antwoord: ze zijn nieuw,
mooi he! Ofschoon ik het antwoord
niet wilde weten vroeg ik naar het
waarom? Wat bleek: ze had een
moeilijke jeugd gehad. Ik beet mijn
tong eraf, maar kon de repliek niet
laten: “Wie niet? En je wilt nu ook
een moeilijk vervolg?” Ik weet het,
bekrompen geest, ouderwets opge-
voed, wereldvreemd, maar het moest
eruit. Gelukkig waren we het eens:
volgende!
En daar kwam nummer drie. Type:
lief meisje, tikkie jong, redelijk repré,
maar een beetje niemendalletje. Het
gesprek kabbelde voort, maar deed
niemands hart direct sneller kloppen.
Onuitgesproken was duidelijk dat dit
gesprek beëindigd ging worden. We
wilden een toppertje, iemand die
naast ambachtelijke skills gewoon
de normale dingen ook op zou pak-
ken: op de klant afstappen, jas aan-
nemen, vertellen wat je doet, open,
overtuigend en warm zijn… u kent
het wel. Een klantenbinder, geen ver-
slinder. Net voor de afronding zegt
ze ineens: trouwens, ik heb nog een
online boeking gedaan, ben gisteren
in de salon geweest en daar zijn me
wel een paar dingen opgevallen.
Onze stoelen schoten tegelijk naar
voren om met volle interesse en
frustratie te horen dat werkelijk alle
door de onderneemster gewenste en
noodzakelijke verbeterpunten haar
in negatieve zin verbaasd hadden.
Ongelooflijk, ze had zonder dat ze
het wist, ze allemaal één voor één
benoemd. Het keurige dieseltje bleek
een stevige turbo te hebben. Als je
ze ziet en kan benoemen, dan moet
je het ook echt begrijpen. U raadt
het al: Game, set, match! De golden
ticket mocht eruit.
C
O L U M N
P
A T R I C K
K
L A P P E
Afgelopen week werd ik gevraagd om sollicitatiegesprekken bij te wonen van
een bevriende onderneemster met een salon. Ze had bij herhaling haar team
aangesproken op gewenste en noodzakelijke verbeterpunten, maar deze ver-
andering bleef uit. Tijd om te wisselen dus.
Game, set, match!