De Kapper nr6-2020 Online

D e K a p p e r n r 6 2 0 2 0 61 De spanning voor een grote show, een event of een shoot maakt me soms gek, maar het haalt ook het beste in mij naar boven.” En die spanning, die zal altijd blijven, volgens Floor. “Ik zeg nooit ‘nee’ tegen een opdracht omdat ik de opdracht te spannend vind. Maar als het moment dan daar is, sta ik stijf van de spanning”, lacht ze. “Als ik het uiteindelijk dan toch heb gedaan, dan maakt me dat stiekem iedere keer toch wel weer een beetje trots. Ik leer er zóveel van en het geeft me ook enorm veel energie. Daar heb ik die spanning wel voor over.” BLIJF CREATIEF Floor werkt niet in een salon en is allesbehalve een ‘doorsnee’ haarstylist. “Maar of je nu in een salon werkt of allerlei shows en shoots doet: het maakt in creativiteit uiteindelijk niets uit”, stelt Floor. “Maar ik heb zelf ook in de salon gestaan en weet hoe lastig het is om iedere keer weer die creativiteit naar boven te halen. Als je in de salon werkt, wordt er van je verwacht dat je gestructureerd en professioneel bent en snel kunt werken. Soms vergeet je daardoor dat het niet alleen gaat om de service en de snelheid, maar om ‘the magic’. Ik plan daarom in mijn vrije tijd bewust momenten in om te schakelen naar de creatieve helft van mijn brein en even niet naar die andere helft, waar de structuur zit. Creativiteit is de ziel van ons werk. Dat is tenslotte de reden dat iemand bij jou in de stoel gaat zitten.” Natuurlijk vinden klanten het fijn dat je hun jas ophangt en een kopje koffie aanbiedt. Maar het gaat volgens Floor uiteindelijk om het haar. Dat is écht het allerbelangrijkste. “Scroll eens wat vaker door Pinterest en ga op zoek naar inspiratie. Dat maakt niet alleen de klant gelukkig, maar ook jou!” TOEKOMST KAPPERSBRANCHE Op de vraag hoe Floor naar de toekomst van de kappersbranche kijkt, antwoordt ze: “Tijdens de sluiting van de salon bleek hoe onmisbaar haarstylisten zijn. Natuurlijk is het belang van ons vak niet te vergelijken met de zorg, maar de afgelopen periode is wel degelijk gebleken dat we ertoe doen. En het klinkt mooi dat ons vak nu meer wordt gewaardeerd, maar ik weet ook dat dat niet alle problemen oplost. We zitten in een lastige periode, waarin we helemaal niet, minder goed of met minder plezier ons vak uit kunnen uitoefenen. Daardoor hebben we ook minder uitlaatkleppen en kunnen we misschien ook minder goed omgaan met tegenslagen. Laten we met z’n allen afspreken dat we dit niet op elkaar afreageren. Iedereen heeft het lastig en gaat daar anders mee om. Praat daarover met je werknemers, collega’s en met de mensen om je heen. Begrip tonen is zó belangrijk, vooral nu. Uiteindelijk komt het allemaal goed, maar we moeten ons hier doorheen zien te slaan en dat lukt alleen samen!”