HOORDETAIL NR 4 2024 33 COLUMN In het dagelijks leven zijn horen en zien twee van de meest essentiële zintuigen. Ze helpen ons niet alleen om de wereld om ons heen te ervaren, maar ook om verbinding te maken met anderen. Maar wat gebeurt er als deze zintuigen minder goed functioneren? Hoe beïnvloedt dat ons (kwaliteit van) leven en wat zijn de oplossingen die beschikbaar zijn? Bjorn Wielakker Bjorn Wielakker is als Manager Audiologie verantwoordelijk voor audiologie binnen Optitrade en onderhoudt contacten met leveranciers en klanten. SLECHTZIEND VS. SLECHTHOREND De oplossingen voor zowel horen als zien zijn legio, maar toch wordt de oplossing voor horen minder snel (op)gezocht en hangt er nog steeds een stigma rond slechthorendheid. Het feit dat tegen een slechthorende nog steeds “je bent doof” wordt gezegd zegt genoeg over de negatieve benadering van slechthorendheid en is bovendien onjuist. Iemand die blind is bied je immers geen bril aan, net zo min als je iemand die daadwerkelijk doof is een hoortoestel gaat aanbieden. De negatieve lading is ongepast en onnodig en zal de motivatie om wél op zoek te gaan naar een goede oplossing, niet echt bevorderen. Dat is jammer en een gemiste kans, zeker als je weet dat het nog steeds jaren duurt alvorens een slechthorende op zoekt gaat naar hulp via een KNO-arts of audicien. Bij slechtziendheid is dit gelukkig een heel ander verhaal. Daar zal iemand die slechtziend is, niet zo snel ‘blind’ worden genoemd of worden geconfronteerd met een handicap. Het verleden van de ‘ziekenfondsbril’ ligt al ver achter ons en inmiddels worden een bril en/of contactlenzen door iedereen geaccepteerd. Sterker nog, men vindt het juist vreemd als je niet naar een opticien gaat voor een prima oplossing in de vorm van een hippe bril of contactlenzen. Waar komt het verschil tussen horen en zien dan vandaan? Zoals gezegd zijn het beide essentiële zintuigen die enorme impact hebben op de kwaliteit van leven. Ik vermoed dat het verschil uiteindelijk zit in het resultaat. Slechtziendheid kan prima worden verholpen/ gecompenseerd door een bril en/of contactlenzen (er wordt immers een maximaal haalbare visus bereikt), maar bij slechthorendheid ligt dit toch anders. Een hoortoestel is een hulpmiddel waarmee de slechthorende weliswaar beter kan horen, maar het gehoor van weleer komt er helaas niet mee terug. Uiteindelijk zal de slechthorende moeten compenseren en dat maakt het voor de audicien niet eenvoudig om hem/haar te overtuigen hoortoestellen te gaan dragen. Als de intrinsieke motivatie van de slechthorende niet vol-doende is, bestaat er een kans dat de hoortoestellen in de kast belanden en dat is funest voor het toch al ‘kwetsbare’ imago van het hoortoestel. Van de audicien wordt dan ook meer gevraagd dan alleen het afnemen van een gehoortest en het aanbieden van een passende hooroplossing (lees: hoortoestel). Om de slechthorende te kunnen overtuigen en voorzien van een goed en eerlijk advies zal de audicien de hulpvraag goed in kaart moeten brengen en dat is misschien wel het lastigste, maar ook mooiste onderdeel van het vak. Een audicien is immers niet alleen zorgverlener, verkoper, retailer/ondernemer, maar toch vooral een adviseur waar je op kunt vertrouwen. Misschien is dit wel het grootste verschil tussen horen en zien? ALS DE HOORTOESTELLEN IN DE KAST BELANDEN, IS DAT FUNEST VOOR HET TOCH AL KWETSBARE IMAGO VAN HET HOORTOESTEL
RkJQdWJsaXNoZXIy MTAyNDU4