MEAT&CO NR 1 2025 51 terugval in 2023, maar de BV Nederland vond eigenlijk meteen nieuwe landen om naar te exporteren. Zo groeide de export van Nederlandse machines en productielijnen naar Duitsland, België, Australië, Irak en Saudi-Arabië fors. De export naar China bleef gelijk, die naar Polen en Taiwan liet eveneens een kleine stijging zien. “Nederland is en blijft een bepalende speler op het gebied van de ontwikkeling en verkoop van vleesverwerkende apparatuur en automatiseringsoplossingen. Andere landen kijken ook naar Nederland als het gaat om hun expertise op bijvoorbeeld het gebied van alternatieve eiwitten. Op dat vlak is Duitsland overigens flink in opkomst. De verwachting is dat Duitsland in 2028 de belangrijkste producent van vleesalternatieven zal zijn en daarmee de eerste plaats zal overnemen van de Verenigde Staten, waar vraag en aanbod van plantbased vlees de komende vijf jaar juist zullen dalen”, zegt Fraese. Maakindustrie onder druk De cijfers van de VDMA bevestigen het rapport dat het Nederlandse onderzoeksbureau TPO vorig jaar uitbracht en waarin werd gesteld dat onze maakindustrie ‘cruciaal is voor onze samenleving’. Enkele harde feiten uit het rapport ‘De waarde van de Nederlandse industrie’: de maakindustrie is goed voor 12% van het BBP en zelfs 20 procent in combinatie met de nauw hiermee verweven dienstensector. De topdrie van exporteurs van in Nederland geproduceerde goederen en diensten zijn: de Chemische industrie (40 miljard euro), de Voedingsmiddelenindustrie (39,6 miljard euro) en de Machine-industrie (29 miljard euro). Binnen de voedingsmiddelensector neemt de Nederlandse vleesindustrie bijna negen miljard euro exportwaarde voor haar rekening. Die van België bedraagt ruim 2,3 miljard euro. “Vlees en vleesproducten zijn belangrijke exportgoederen voor verschillende landen en hun importantie zal blijven groeien in een wereld waarin de vleesconsumptie op globale schaal zal toenemen”, verduidelijkt Fraese. Toch is er ook een keerzijde, want de maakindustrie en onze concurrentiekracht staan onder druk door hoge energieprijzen, trage vergunningverlening en een vertraagde aanleg van nieuwe duurzame infrastructuur. “Met elkaar moeten we hier komende jaren oplossingen voor vinden, zodat we innovatief blijven, versneld verduurzamen én zorgen dat we niet te afhankelijk worden van andere continenten en landen”, reageerde Ingrid Thijssen, voorzitter VNO-NCW, op het rapport. Die keerzijde is nu al zichtbaar in Duitsland, waar vooral de staal- en automotive-industrieën zware klappen te verduren hebben gekregen en grote investeringen om de infrastructuur te verbeteren al bijna tien jaar uitblijven. Vijandige houding overheden Extra risico’s voor de Nederlandse – en deels Vlaamse – vleessector zijn een krimpende veestapel en een vijandige houding van (lokale) overheden wat betreft vergunningen voor slachterijen en vleesverwerkende producenten. Zo nam de gemeenteraad van Apeldoorn, waar onder andere VanDrie Group en Vion Food Group meerdere slachthuizen hebben, begin december een motie aan waarin de vleesindustrie de zwarte piet krijgt toebedeeld voor het niet behalen van allerlei duurzaamheidsdoelstellingen. Het Apeldoornse college van B en W gaat dit jaar onderzoeken ‘of de vleesindustrie behouden kan blijven in Apeldoorn of verplaatsing naar een andere locatie beter is’. “Apeldoorn moet kritisch kijken naar welke bedrijven passen bij onze ambities op het gebied van duurzaamheid en innovatie. Slachterijen nemen veel ruimte in beslag en sluiten mogelijk niet meer aan bij het profiel dat de stad nastreeft. Voor de energietransitie hebben we ruimte nodig voor duurzame bedrijven”, stelt GroenLinksraadslid Ellen Soorsma tegenover Omroep Gelderland. Een woordvoerder van VanDrie Group geeft aan in gesprek te zullen gaan met de wethouder: “Apeldoorn neemt een unieke positie in als het gaat om vleesverwerkende bedrijven. Het is zeer belangrijk dat we ons bewust blijven van de bredere context van voedselproductie.” IFFA 2025 Ondanks de lokale risico’s en de eenzijdige discussie over vleesconsumptie en het voeden van de wereld, gelooft VDMA in de perspectieven voor fabrikanten van vleesverwerkende apparatuur, slacht- en productielijnen alsook voor toeleveranciers van dergelijke fabrikanten, zoals softwareontwikkelaars, fabrikanten van transportbanden en producenten van verpakkingsmachines. IFFA 2025 wil zich opwerpen als platform waar alle belangrijke thema’s aan bod komen. Nederlandse en Vlaamse machinemerken, maar ook agenturen en vertegenwoordigers uit de Benelux van bekende internationale merken, zullen acte de présence geven in Frankfurt. “IFFA is de grootste vakbeurs voor de vlees- en eiwitverwerkende industrie met de hoogste concentratie van experts op enkele vierkante meters. We kijken uit naar de beurseditie van 2025”, besluit Johannes Schmid-Wiedersheim, Head of Brand Management IFFA. Kijk voor meer informatie op www.iffa.com Nieuwe hallenindeling IFFA 2025 Messe Frankfurt opent tussen zaterdag 3 en donderdag 8 mei 2025 andermaal haar deuren voor IFFA 2025. De belangrijkste internationale vakbeurs voor de vlees- en eiwitverwerkende industrie heeft gekozen voor een nieuwe halindeling die het bezoekersgemak moet verbeteren. “We hebben zogeheten World’s gecreëerd, waar de machinefabrikanten worden samengebracht op basis van hun kernactiviteiten. Zo is er een World of Processing, maar ook een World of Packaging en een World of New Proteins”, legt Johannes Schmid-Wiedersheim, Head of Brand Management IFFA, uit. “Wij willen op onze beurs het volledige aanbod van eiwitverwerking (processing) laten zien, van de slacht of de oogst van plantaardige ingrediënten tot aan het eindproduct en het verpakken van dergelijke producten. IFFA biedt in die zin echt een podium aande gehele keten.”
RkJQdWJsaXNoZXIy MTAyNDU4