Meat&co nr5 online

m e a t & c o n r 5 2 0 1 8 47 de slag met hun asbesthoudend-dak. Dat in combinatie met de aangescherpte eisen maken dit een soort van natuurlijk moment om een keuze te maken. Vroeger was het dan bijna automatisch: ‘Koop me maar uit.’ Maar dat de overlast naar beneden moet, wil niet automatisch zeggen dat een bedrijf weg moet”, accentueert hij. ‘MEER DIVERSITEIT’ Minister Schouten hoopt dat boerenbedrijven de samenwerking op gaan zoeken om de omslag naar een zogeheten kringlooplandbouw te maken. “De kringloop in de veehouderij, akkerbouw en tuinbouw hoeft niet beperkt te blijven tot één bedrijf, maar kan zich uitstrekken tot meerdere bedrijven in een grotere of kleine regio. De diversiteit in de kringlooplandbouw zal groot zijn”, meent Schouten. Die diversiteit vertaalt zich volgens de minister in ondernemers die inzetten op voedselproductie voor de lokale of regionale markt, terwijl een ander zich wil richten op de export naar de wereldmarkt. Ook een combinatie van beide verdienmodellen is uiteraard mogelijk. Schouten: “Het wordt nu de uitdaging om ons voedsel te produceren met zo min mogelijk grondstoffen en dus minder belastend voor het milieu. Om alle producten die het bedrijf verlaten te gebruiken als eindproduct of als grondstof voor andere schakels in de kringloop. Kringlooplandbouw doet recht aan de natuur en levert ook een goede boterham op. Het huidige systeem van zoveel mogelijk produceren tegen zo laag mogelijke kosten, is niet meer van deze tijd. Onze landbouw staat steeds meer onder druk.” ‘WILLEN BOEREN HELPEN’ De visie ‘Landbouw, Natuur en Voedsel: Waardevol en Verbonden’ moet leiden tot concrete afspraken die begin 2019 vastgelegd worden. Zolang kunnen veehouders in Brabant echter niet wachten. Mede omdat de vergunning al voor 2020 moeten zijn aangevraagd en dergelijke procedures vaak een jaar of langer duren. Volgens Bollen zijn daarom de ‘keukentafelgesprekken’ van groot belang. “Wij willen boeren helpen. Soms is een nieuwe locatie elders noodzakelijk, maar het kan ook door aanpassingen van hun huidige bedrijf. Wij willen met de boer praten over waardevermeerdering van hun onderneming. Dat kan ook een maatschappelijke waardevermeerdering of een kwalitatieve vermeerdering zijn”, zegt Bollen, die als lid van de Provinciale Staten betrokken was bij de besluitvorming over strengere duurzaamheidseisen. “Ik snap de emoties enorm goed, maar als we op deze manier verder zouden gaan, hebben we over tien jaar helemaal geen agrariërs meer in onze gemeente. Dat besef is er gelukkig ook bij de boeren.” De provincie Brabant en het Nationaal Groenfonds hebben een transitiefonds van 15 miljoen euro in het leven geroepen. Boerenbedrijven kunnen maximaal 250.000 euro lenen om een systeem aan te leggen die de ammoniakuitstoot beperkt bij de bron of voor de aanschaf voor luchtwassers. De ZTLO spreekt van ‘een doekje tegen het bloeden’. “IK BEN ERVAN OVERTUIGD DAT WE DE TOEKOMST VAN ONZE VOEDSELVOORZIENING VEILIG KUNNEN STELLEN ALS WE OVERSTAPPEN OP KRINGLOOPLANDBOUW” Minister Carola Schouten bij een bezoek aan een boerenbedrijf in Renswoude.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTAyNDU4