Meat&Co nr5 online editie

m e a t & c o n r 5 2 0 1 9 13 Het plan had en heeft een grote impact op de Belgische vleesindustrie. Desalniettemin hebben de stakeholders er werk van gemaakt, met als resultaat dat de sector op koers ligt om de doelen te halen. Sterker nog, in 2018 werd de grootste reductie in het gebruik van antibiotica in de diergeneeskunde verwezenlijkt. Dat blijkt uit het jaarlijkse rapport van BelVet-Sac (Belgian Veterinary Surveillance of Antibiotic Consumption). Dit jaarlijkse rapport beschrijft het antibacteriële gebruik bij dieren in België in 2018 en de evolutie sinds 2011. In zijn verhelderende verhaal vestigt Dewulf extra aandacht op de afnemende inzet van gemedicineerd voer, een veelgebruikte methode om vee te behandelen. “Het doel om in 2017 de helft minder gemedicineerde premixes te gebruiken hebben we gehaald. In 2018 is die afname zelfs opgelopen tot 70%. Deze snelle daling is het resultaat van de acties die er de afgelopen jaren zijn gevoerd om de aandacht hierop te vestigen. Met gemedicineerd voer worden namelijk onnodig veel dieren behandeld, waardoor de kans op resistentie groter is.” Dewulf ziet de toekomst positief tegemoet, doordat er steeds zorgvuldiger om wordt gegaan met de inzet van antibiotica. Maar hij ziet nog steeds verbeterpunten. “Voor de komende jaren moeten we ons erop richten om zieke dieren doelgerichter aan te pakken. Minder lange antibioticakuren en gericht behandelen. Daarnaast moeten we kritisch blijven op de keuze voor bepaalde antibiotica. Het is een grote investering, maar het is noodzakelijk om grotere gezondheidsproblemen te voorkomen.” BELPORK EN HET CERTUS-LABEL Een mooie aansluiting op het verhaal van Dewulf, was de lezing van Dr. Lic. Liesbet Pluym, Coördinator en Kwaliteitsadviseur bij Belpork, een non- profitorganisatie in België met als doel om het imago en de consumptie van het Belgisch varkensvlees op duurzame wijze te bevorderen via het beheer van kwaliteitssystemen en integraal ketenbeheer. Of zoals Pluym dat duidelijk benoemde: “We houden toezicht op de gehele keten: from feed to fork.” Belpork is onder andere eigenaar en beheerder van de kwaliteitslabel Certus voor vers varkensvlees. Inmiddels beschikt circa zestig procent van alle varkensvleesproducenten in België dit keurmerk. Een belangrijke graadmeter wat betreft de kwaliteit van het vlees, dat blijkt uit de lijst van criteria die Pluym opnoemt. “Om het Certus-label te mogen voeren, moeten de deelnemers voldoen aan strenge normen en controles om de kwaliteit te blijven garanderen. Thema’s als dierenwelzijn, kwaliteitscontrole, traceerbaarheid en voedselveiligheid zijn bij ons aan de orde van de dag.” AB-REGISTER In haar verhaal beaamt Pluym dat ook Belpork zich in België actief inzet om het gebruik van antibiotica te minderen. Om hier meer inzicht in te krijgen, startte de organisatie in 2014 (hetzelfde jaar als dat de AMCRA-doelen werden opgesteld) met het AB-register. Een vereiste voor Certus-deelnemers, maar toegankelijk voor alle varkensproducenten. “Het betreft een systeem dat we zelf ontwikkeld hebben om het gebruik van antibiotica te monitoren. Hiermee willen we het antibioticagebruik binnen de veehouderij in kaart brengen. Via het AB Register worden gegevens over het antibioticagebruik verzameld en geanalyseerd. Inmiddels worden het antibioticagebruik van 3450 varkensproducenten gemonitord. Ook de levering van antibiotica wordt in de gaten gehouden bij 430 geregistreerde dierenartspraktijken, drie apotheken en 45 veevoerproducenten. Het AB-register is zo’n succesvolle tool geworden, dat het ook uitgerold is binnen de pluimveesector in 2017 en in de melkvee-industrie in 2018.” Dankzij het AB-register beschikt Belport over belangrijke data omtrent het antibiotica gebruik. Pluym geeft aan dat er zeker een daling in antibioticagebruik te zien is, maar er zijn altijd bedrijven die in de gevarenzone zitten. “We doen absoluut meer dan alleen controleren en analyseren. Voor de producenten met een Certus-label stellen we ook een aantal eisen: zo mogen zij de dieren niet preventief behandelen en ze mogen de kritische antibiotica alleen toepassen als een dierenarts heeft bewezen dat er geen andere oplossing is. Als uit de gegevens blijkt dat een bedrijf zich niet aan deze regels houdt, of als we zien dat het antibioticagebruik toeneemt, vragen we hen een plan op te stellen om zo snel mogelijk uit deze gevarenzone te komen”, aldus de gemotiveerde Pluym. ‘DE VLEESINDUSTRIE MOET MEER EN BETER COMMUNICEREN’ Na de verhalen van Dewulf en Pluym was het publiek positief gestemd over de vorderingen die de Belgische vleesindustrie maakt als het gaat om de kwaliteit van het vlees en de manier waarop de sector maatschappelijke betrokkenheid toont in het kader van antimicrobiële resistentie. Maar hoe communiceer je deze succes naar de consument? Op dat gebied kon Erik Lenaers, Director Integrated Media Strategy bij PR- en marketingbureau Weber Shandwick, de aanwezige pers bijpraten. “De communicatie over vleesproductie is nog nooit zo moeilijk geweest”, begint Lenaers zijn verhaal. “De discussie wordt vaak geleid door actiegroepen en in het geval van vlees is dat vaak negatief. Aangezien er vanuit de vleesindustrie te weinig wordt gecommuniceerd, vestigen nieuwsmedia de aandacht op deze zogenaamde ‘green terrorists’. Het betreft een klein deel van de bevolking, maar bad news sells better. Het lijkt erop dat de industrie dit onderschat heeft. Als de vleesindustrie haar imago wil verbeteren, is het tijd dat de sector actief naar buiten gaat treden. De beste strategie is om mensen bewuster te maken door open te zijn, oftewel: pro-actief en educatief reageren!” ‘AUTHENTICITEIT KUN JE NIET FAKEN’ Lenaers richt zich op de consument, die volgens zijn statistieken bereid is om meer te betalen voor meer kwaliteit en arbeidsomstandigheden. “De laatste tien jaar is de klant ontzettend veranderd; ze zijn zich steeds bewuster van wat ze kopen. Uit een onderzoek van Euromonitor is gebleken dat 54% van de klanten ouder dan 16 jaar zijn of haar aankoop- of gebruikersbeslissingen maakt op basis van de ethiek van een merk. 63% zei dat ze eerder van een merk zouden kopen als deze een voor hen belangrijke goed doel ondersteunt. Ook maatschappelijke verantwoordelijkheid en de impact op het milieu zijn voor 85% een belangrijke factor op de aankoopbeslissing. Maar het belangrijkst is dat je als merk authenticiteit uitstraalt, dat kun je namelijk niet faken.” De consument is dus kritisch. Keurmerken kunnen helpen, maar ook dan wordt de producent streng in de gaten gehouden. Lenaers licht een aantal succesvolle verhalen toe, waaronder dat van het Nederlandse chocolademerk Tony’s Chocolonely. “Tony’s Chocolonely heeft een sterk verhaal, waarbij de maatschappelijke betrokkenheid ervan af spat. In het beginsel is het merk ontstaan om de cacaohandel eerlijker te maken. Dit wordt dan ook duidelijk gecommuniceerd in de chocoladewikkels. Tony’s Chocolonely’s maakt goed gebruik van storytelling is het perfecte voorbeeld als het gaat om authenticiteit.” Wat de vleesindustrie kan leren van Lenears verhaal? “Communication is good, education is better. Laat zien dat je als industrie betrokken bent en geef openheid van zaken. Alleen dan kun je de consument echt laten begrijpen waarom ze voor goede kwaliteit vlees moeten gaan.” Met deze leerzame woorden sloot Lenaers zijn verhaal af, waarna de genodigden onder het genot van een lunch nog rustig verder discussieerden. Meer informatie: Belgian Meat Office (VLAM) Tel. +32 (0)2 552 81 20, meatinfo@vlam.be V.l.n.r. Joris Coenen, Prof. Dr. Jeroen Dewulf, Dr. Lic. Liesbet Pluym en Erik Lenaers..

RkJQdWJsaXNoZXIy MTAyNDU4