MEAT&CO NR 5 2024 39 ROUND TABLE BELGIAN MEAT OFFICE 2024 Over vijftig jaar zullen er nog steeds boeren en producenten zijn. Die moeten we niet wegjagen, maar een visie voorleggen die overeenkomt met onze ambities om op een duurzame wijze voedsel te produceren. En waarin Vlaanderen niet te ver afwijkt van Nederland, Frankrijk en Duitsland, zodat het een competitieve sector is en blijft.” Aan het woord is Bram Van Hecke, adviseur van de Vlaamse Minister van Landbouw Jo Brouns. De politicus van CD&V wil een andere toon aanslaan als het gaat over de agrarische sector en veeteelt. “Onze voedselproductie is strategisch”, benadrukt Van Hecke, zelf een boerenzoon en politicoloog. “Wij geloven in deze strategische sector en zoeken vooral naar interactie met de branche. Wij, Vlamingen, Belgen, Noord-Europeanen, zijn de meest duurzame agrariërs en voedselproducenten van de wereld. ‘Show our excellence’ is mijn advies. Op Europees niveau en wereldwijd. Als de sector wil innoveren, dan vinden zij de overheid aan hun zijde.” Realiteitszin “We kunnen best nastreven om over vijftien jaar alle varkens buiten te laten grazen. Maar dan moet je ook beseffen dat consumenten 20% meer moeten gaan betalen voor hun varkensvlees. Tegelijkertijd laten andere producerende landen als Brazilië en de Verenigde Staten hun varkens niet naar buiten. En dan prijs jezelf dus uit de markt”, weet Bram, die daarmee ook wil aangeven dat de Vlaamse politiek niet ongevoelig is voor argumenten die hout snijden. “De agrarische sector is al heel duurzaam, maar toch horen boeren vaak niet veel anders dan dat ze slecht zijn en een groot probleem voor het milieu vormen. Natuurlijk moet je benoemen wat er fout gaat, maar de focus moet meer komen te liggen op wat we goed doen. Die trots moeten we meer uitdragen. Dan krijgen we de mensen ook mee.” Marie Lambrecht (derde generatie) van Danis Porkmasters geeft aan blij te zijn met de woorden van Bram Van Hecke. “De kosten van voedsel zijn hoog op dit moment. Dat is een taak voor de overheid. Wetgeving is niet in onze handen, maar politici moeten wel nadenken over dit soort zaken. Want het is een competitieve markt, waarbij het indirect bevoordelen van omstandigheden voor buitenlandse partijen (zoals een Mercosur-deal, red.) een negatieve invloed heeft op hoe wij in België kunnen produceren. We zouden graag meer dialoog hebben met de overheid. Want een sterke lobby is belangrijk. Alles wat we zelf in handen hebben, zoals modellen en data, moeten we nadrukkelijker gaan inbrengen in de algehele discussie.” Bram knikt. “Er zijn zoveel good practices en mooie verhalen te maken over boerderijen en producenten die goed doen en helpen om de wereld te voeden. Die boodschap moet naar buiten. Maar de agrarische sector en de vleessector zijn daarbij vooral zelf aan zet.” Aleander Vandenberghe (vierde generatie) van Delavi vindt dat ‘meer support’ wenselijk is. “De uitspraken van Bram geven ons wat meer hoop. Er lijkt op het ministerie weinig kennis voorhanden. Helaas.” GENERATIE Z ZIET (GELUKKIG) NOG TOEKOMST VOOR DE VLEESINDUSTRIE IN BELGIË Het vergt lef om als jongere uit de Generatie Z een carrière na te streven in de vleesverwerkende industrie. Beeldvorming, politieke tegenwind en een ongewisse toekomst zijn voor de jongere generaties van toonaangevende Vlaamse familiebedrijven geen sta-in-de-weg. Bij hen leeft juist het besef dat zij zelf de toekomst van de sector vorm kunnen geven. Belgian Team Office gaf onlangs een vijftal jonge ondernemers het podium tijdens de jaarlijkse Round Table om te spreken over de uitdagingen en dagelijkse beslommeringen binnen het familiebedrijf en de industrie. “Wij zijn elke dag bezig om stapjes te zetten om de vleesverwerkende industrie naar een hoger niveau te tillen. Familiebedrijven zijn per definitie bezig met volgende generaties. Wij dus ook”, stelt Frédérick Hemelaer van de Oost-Vlaamse vleesverwerker Hemelaer. lees verder op de volgende pagina ▶ ▲ V.l.n.r.: Joris Coenen, Alexander Vandenberghe, Quentin Claeys, Bram Van Hecke, Marie Lambrecht en Frédérick Hemelaer
RkJQdWJsaXNoZXIy MTAyNDU4