Slagersvak nr 1 2023

SLAGERSVAK NR 1 2023 16 REPORTAGE: DE SJROETE FARM kalkoenhouders in Nederland, dat zijn er ruim twintig, fokken voor de export naar Duitsland. Bovendien houden zij de dieren allemaal nog op een traditionele, intensieve wijze. Dat is naar ons idee niet langer houdbaar of toekomstbestendig”, stelt Sabrina. “Kalkoenen zijn geen massaproduct. Door retailers word je gedwongen te leveren naar hun eisen, tegenover kleine marges voor de boer. Als de slacht tegenzit of je eindgewicht wat lager is, dan is er altijd gezeur en gezeik. Retailers eisen dat je zo efficiënt en zoveel als mogelijk fokt, terwijl je nooit de regie over het proces kunt voeren. Bovendien was het keihard werken, waardoor je privé ook continu te maken hebt met stress. Nog los van de kwaliteit van het vlees. Wij vonden die optelsom niet bij onze kan weg kernwaarden passen en besloten daarom het concept aan te passen naar zoals wij dat willen: eigen regie voeren, produceren voor de thuismarkt, met een korte keten én voor afnemers die waarde hechten aan een stukje exclusiviteit en een eerlijke herkomst van het vlees.” Sabrina legt de stappen uit die de kalkoenen – afkomstig van een Frans ras – doorlopen op de hoenderei in Helden. “Wij ontvangen de kuikens als ze één dag oud zijn. Zo’n kuikentje blijft zes weken in een verwarmde opvangruimte (à 35 graden) in de stal. Na zes weken gaan ze door naar de volgende groep (jonge dieren) en de laatste tien weken gaan ze de kruidenweide is. Dat is een vrije keuze en deels afhankelijk van hoe sterk een dier is. Des te gemakkelijker een kalkoen zichzelf warm kan houden, des te sneller dat-ie naar buiten kan en wil”, legt ze uit. “In elke leeftijdsgroep hebben we zo’n 800 tot 1.000 kalkoenen. Deze dieren groeien bij ons langzaam, doorgaans drie tot vier weken langer dan in de intensieve veeteelt. Het vlees van een langzaam groeiend ras is kwalitatief beter en smaakt lekkerder. Zeker op dit moment wordt er veel gemopperd over de kwaliteit uit Polen en Frankrijk. Maar als de kwaliteit niet goed is, dan wil ik het niet leveren. Zo simpel is het.” Een ander duurzaamheidselement is het feit dat De Sjroete Farm niet meer dieren houdt dan nodig. “Alle kuikens die we binnenkrijgen, zijn in principe al verkocht”, verduidelijkt Sabrina. “Als een slager 100 kilogram vlees wil hebben, dan gaat hij of zij de nieuwe cyclus in en moet dan maximaal 28 tot 29 weken wachten. Maar slagers die een kleinere hoeveelheid wensen, zo tussen de vijf en twintig kilo, kunnen uiteraard wél per direct aansluiten.” De Sjroete Farm is een schoolvoorbeeld van een circulair boerenbedrijf. “Onze dieren krijgen zelf geteelde maïs en tarwe, en de mest wordt uitgereden over de eigen akkers. De kalkoenen krijgen geen speciaal voer, maar kunnen wel lekker grazen op de kruidenweide, op een grassoort dat speciaal voor de dieren is uitgezocht. Sinds we vier jaar geleden zijn overgestapt op dit duurzame concept, is onze CO2-uitstoot al met ruim negentig procent gereduceerd.” Sabrina: “Onze dieren krijgen buiten geen voer en water, zodat we geen DE SJROETE FARM KENT EEN GESLOTEN KETEN EN PRODUCEERT VOOR AFNEMERS DIE WAARDE HECHTEN AAN EEN STUKJE EXCLUSIVITEIT EN EEN EERLIJKE HERKOMST VAN HET VLEES, OFTEWEL SLAGERS Ruud vult aan: “Onze producten passen bij slagers en slagers passen bij ons concept. Zodoende namen we in oktober vorig jaar deel aan de vakbeurs Slavakto in Utrecht. Ons verhaal moet verteld blijven worden, want de naamsbekendheid is nog klein. Wij geloven in ons concept: dieren die buiten lopen, een transparante, korte keten en een hoog dierenwelzijn. Toegevoegde waarde bieden voor afnemers. We zijn begonnen bij drie slagers in omliggende dorpen en inmiddels beleveren we 35 slagers tussen Maastricht en Breda, maar ook Utrecht en Zuid-Holland hebben we sinds kort een afnemende slager. Verder leveren we aan versspeciaalzaken, boerderijwinkels en de horeca.” GESLOTEN KETEN Het concept van De Sjroete Farm past dan ook uitstekend bij de slagers, bezweert Ruud. “Slagers geloven in een toegevoegde waarde van hun vlees. Onze dieren hebben de ruimte in de stallen, een vrije uitloop en – omdat we sinds november onze eigen slachterij binnen ons bedrijf hebben – ook geen transport naar het slachthuis meer. De footprint is dus extreem klein, maar een goede doorrekening van onze CO2-uitstoot staat nog op het 'to do'-lijstje, want het laatste jaar zijn we druk bezig geweest met alle erkenningen om zelf te mogen slachten.” ‘Wij geloven in ons concept: kalkoenen die buiten lopen, een transparante, korte keten en een hoog dierenwelzijn’

RkJQdWJsaXNoZXIy MTAyNDU4