Slagersvak nr1-2024 Online

SLAGERSVAK NR 1 2024 9 Erik Hoogink is in het dagelijks leven eigenaar van de Acht Uitzendgroep, maar van beroep slager. Acht Uitzendgroep verzorgt slagers voor ambachtelijke bedrijven, horeca en VVP-slagerijen. In zijn columns kijkt hij naar de branche en naar de samenleving. Soms kritisch, soms met een knipoog. Ook te lezen op www.acht-uitzendburo.nl. Erik Hoogink Ik ben de jongste uit een gezin van vijf kinderen. Als kleine broertje kreeg ik altijd te horen dat ik verwend ben, en dat klopt eigenlijk wel. Maar bij het kleine broertje wordt ook veel werk uit handen gehaald met opmerkingen als ‘daar ben jij nog te klein voor, dat kan je niet’. Het is waarschijnlijk de oorzaak van de drang om mezelf altijd te willen bewijzen en een competitieve instelling heb. Inmiddels ben ik 62 jaar en het karaktertje zit er nog steeds in. Dat competitieve karakter heeft me vaak geholpen. Zoals gezegd ben ik niet echt handig, dus moest ik het van mijn inzet hebben. Op de slagersvakschool waren de meeste jongens sneller met uitbenen, maar met het zweet op mijn rug kon ik ze toch bijhouden. Met garneren werden de prachtigste spekwerken gemaakt met vlechtwerk en krullen en complete rozen. Mijn gegarneerde werkstuk was een schoudermuis waar wat spek op lag. Bij salades opmaken hetzelfde verhaal: bij mij was het nooit meer dan een flinke hoop salade met eromheen doperwtjes, zilveruitjes en peentjes. Nog steeds slager Maar zoals gezegd: niet handig, maar wel praktisch ingesteld. Regelen en organiseren gaan mij goed af. Uiteindelijk heb ik al mijn vakdiploma’s behaald, chef slager geworden en een eigen winkel gehad. Het is inmiddels 2024 en het ambacht heb ik al meer dan twintig jaar niet uitgeoefend. Maar als mensen mij vragen wat mijn beroep is, zeg ik nog steeds: slager. Dit niet geheel zonder trots. Als slager ben ik misschien nooit de beste geweest, maar ik hield en houd van het ambacht. De liefde voor en trots op het ambacht mis ik bij veel slagers. Komt dat door alle negativiteit rondom vlees, vleesproducten, dierenwelzijn en CO2? De consument wil nog steeds vlees en vleesproducten eten. Dat mensen geen vlees maar een vegaburger eten, betekent dat ze zich niet afkeren van vlees, maar soms een alternatief nemen. Dat men geen kilo riblappen koopt om te sudderen, komt niet door de afkeer van vlees, maar door een gebrek aan tijd om vlees te bereiden. Op de barbecue gaan grote stukken vlees, zoals picanha en ribeye. Het zijn de momenten waarop men tijd heeft en neemt voor vleesbereiding. Er is geen algemene afkeer van vlees. Er is een afkeer van de manier waarop dieren worden gehouden en geslacht. De consument houdt nog steeds van een lekker stukje vlees. De hoeveelheden zijn misschien wat minder dan een paar jaar geleden, maar veel meer dan járen geleden. Vanaf 1950 vond bijna een verdubbeling per hoofd van de bevolking plaats. In 1977 werd tegen mij gezegd: ‘Als slager houd je altijd werk, de mensen blijven altijd vlees eten.’ We kunnen dat in 2024 nog steeds zeggen. Voor de slager die praktisch is ingesteld, hard werkt en de competitie aangaat, wordt 2024 een mooi jaar. 2024 WORDT EEN MOOI JAAR In het jaar 1977 besloot ik definitief om voor het slagersvak te kiezen. Ondanks dat ik niet erg handig ben, heb ik wel een praktische instelling. Uiteindelijk bleek dat genoeg voor mij om slager te worden en te zijn. COLUMN

RkJQdWJsaXNoZXIy MTAyNDU4