Slagersvak Nr 3-2021 Online

s l a g e r s v a k n r 3 2 0 2 1 18 R e p o r t a g e De wandeling over het terrein van Livar is voor Tobben vertrouwd. Vervelen doet de gang langs de stallen en velden echter nooit, bezweert hij. Logisch, want zeker op een zonnige dag heeft de omgeving meer weg van Zuid-Frankrijk dan van een doorsnee dorp in Midden-Limburg. De ambiance waar trappisten al ruim honderd jaar rust en bezinning vinden, past precies bij de doelen die Livar voorstaat. “Livar is opgestart door een vijftal Limburgse boeren, die vonden dat het verdienmodel van varkensboeren zoals dat gewoon was in de jaren ’90 niet toekomstbestendig was: zoveel mogelijk varkens houden om onder aan de streep net uit de kosten te kunnen komen. In megastallen en met weinig ruimte”, zegt Tobben te midden van ruim opgezette stallen en oneindige landerijen. “De omgeving is in de loop der jaren wat aangepast, maar de opzet van varkens houden is in wezen niet zoveel veranderd ten opzichte van hoe de trappisten het altijd hebben gedaan.” LIMBURGSE KLOOSTERVARKENS, SPAANSE LEEST Want, zoals de naam ‘Limburgs Kloostervarken’ al suggereert, is de oorsprong van Livar niet toevallig gekozen. “Medeoprichter Frans de Rond deed inspiratie voor dit concept op in Spanje, waar hij kennismaakte met allerlei kleinschalige boerderijen met speciale rassen en andere voersoorten. Het belangrijkste verschil met Nederland was dat ze zagen dat de varkens gelukkig waren en de boeren ook. Het varkensvlees was bovendien, of juist hierdoor, ook nog eens veel lekkerder dan dat hij gewend was. Bij terugkeer wilde hij dat ook en ging direct aan de slag.” Die zoektocht is intensief, maar leidt uiteindelijk tot het vinden van de juiste varkensrassen. Deze zijn een aantal keer gekruist, waarna het juiste ras (Limburgse Kloostervarken) is ontstaan. De varkens krijgen vervolgens een ‘monastieke levensvisie’ aangemeten. Tobben: “De sobere levensvorm van de broeders met respect voor mens, dier en omgeving sloot naadloos aan bij de visie van Livar op het gebied van dierenwelzijn en duurzaamheid. Alle ingrediënten waren aanwezig om de beste kwaliteit en smaak te ontwikkelen. Dat bewijzen we hier nog elke dag. Abdij Lilbosch is één van de aandeelhouders. De Overste, vader Abt, van de orde praat ook mee en heeft een zwaarwegende stem in onze beleidsplannen.” KETEN IN EIGEN BEHEER Op de dag dat de redactie van SlagersVak de zichtstallen van Livar bij de abdij bezoekt, schijnt de zon volop. De temperatuur tikt dertig graden aan. Van enige hittestress is bij de dieren echter geen sprake. Buiten de ruim opgezette stallen bevinden zich enkele varkens en biggetjes. De rest zit binnen. Niet omdat het moet, maar omdat het kan. Overal hebben de dieren immers de mogelijkheid om vrij uit te lopen. Af en toe wuift het hoge gras in de landerijen als teken dat een enkel varkens toch eropuit wil. “We hebben onlangs ook Wakker Dier hier rondgeleid. Die waren onder de indruk. Alles staat hier in het teken van rust en een stressvrij leven. We verzorgen de varkens totdat ze op het slachtgewicht zijn van 135 à 140 kilogram. Hun groeitijd duurt doorgaans een derde langer dan bij reguliere vleesvarkens. Dat is de natuur en vinden wij normaal. De erkenningsinstantie die ons het ‘Drie Sterren Beter Leven’-keurmerk heeft gegeven, is het daar uiteraard ook mee eens.” Sowieso beheert Livar de gehele keten, van het samenstellen van het veevoeder tot het opfokken, transport, de slacht en de uiteindelijke verwerking tot vleeswaren. “In de stallen bij Abdij Lilbosch zitten zo’n 450 varkens. Dat is natuurlijk veel te weinig voor het produceren van vlees voor al onze klanten, dus werken we samen met zes andere boerenfamilies in Limburg, die de dieren precies op dezelfde wijze grootbrengen als dat wij hier doen. Dus met uitloop, alle ruimte en stressvrij. Alle varkens zijn eigendom van Livar, dus “ONS VLEES MAG NIET VERKOCHT WORDEN ZONDER DAT EEN SLAGER AANTOONT DAT HIJ OF ZIJ DIERENWELZIJN, TRANSPARANTIE EN DUURZAAMHEID HOOG IN HET VAANDEL HEEFT STAAN”

RkJQdWJsaXNoZXIy MTAyNDU4