Hoordetail nr 4 2023

HOORDETAIL NR 4 2023 11 (Ont)Regel de Zorg Met het op de juiste manier verwijzen van hoorzorgpatiënten kan veel tijd en moeite worden bespaard. “Als voorbeeld: als een gehoorverlies zo ernstig is dat cochleaire implantatie (CI) nodig is, dan is snelle toeleiding naar een CI-team belangrijk”, illustreert Hermerik. “Hoewel er goede afspraken zijn gemaakt in het NOAH-protocol, kunnen verwijsstromen volgens veel hoorzorgprofessionals nog efficiënter geregeld worden. We zouden dit graag meegenomen zien in het VWSproject ‘(Ont)Regel de Zorg’, waarbij alle partijen in de zorg de koppen bij elkaar steken om de (administratieve) regeldruk aan te pakken en processen efficiënter te laten verlopen.” Een positief resultaat dat uit het actieplan van VWS voortvloeide, was dat mensen met gehoorproblemen sinds januari 2023 niet meer naar de huisarts hoeven te gaan om een verwijsbrief te halen voor de KNO-arts, wanneer een triage-audicien een KNO-consult adviseert. Sinds dit jaar accepteren alle zorgverzekeraars de directe verwijzing van een triage-audicien naar een KNOarts. Een mooie ontwikkeling, vindt Hermerik. “Voor de patiënt is het prettig om niet weer een consult in te moeten plannen bij de huisarts, die op dat moment vaak niet meer doet dan de verwijzing uitdraaien. Ook horen we van huisartsen dat ze blij zijn met dit besluit. Deze beroepsgroep staat behoorlijk onder druk en huisartsen zijn veel tijd kwijt met het verwerken van verwijzingen zoals deze. Het opstellen van een verwijzing van de audicien naar een KNO-arts is voor de huisarts vooral een formaliteit. In de praktijk vertrouwt de huisarts op de kunde van een triage-audicien en is het zelden zo dat de huisarts de noodzaak van de verwijzing in twijfel te trekt of aanvullend onderzoek doet. Dat deze tussenstap nu overbodig is geworden, is dus een stap in de goede richting van efficiëntere zorg.” Direct verwijzen naar KNO, maar niet naar AC Ondanks de genoemde voordelen, leverde de nieuwe verwijzingsregeling begin 2023 direct een verwarrende situatie op. Er ontstond veel onduidelijkheid over de precieze uitvoering van dit VWS-besluit. Veel audiciens en huisartsen dachten namelijk dat het vanaf januari ook mogelijk was om klanten direct naar een audiologisch centrum te verwijzen. Ze namen en masse hierover contact op met de AC’s uit hun netwerk, die door VWS of andere partijen niet geïnformeerd waren over dit besluit, en door de vragen overvallen werden. Ook FENAC werd overrompeld door het VWS-besluit en zette acties uit om duidelijk te krijgen wat er nou precies veranderd was. Wat blijkt: het VWS-besluit geeft voor alle zorgverzekeraars, alle triage-audiciens en alle KNO-artsen duidelijkheid dat directe verwijzing van triage-audicien naar KNO-arts toegestaan is. Voor directe verwijzing van triage-audicien naar AC is geen expliciete duidelijkheid gegeven, en is het dus feitelijk aan AC’s, triage-audiciens en zorgverzekeraars om hier eventueel zelf afspraken over te maken. Het maken van afspraken lukt in de ene regio beter dan de andere en is mede afhankelijk van welwillendheid van zorgverzekeraars, wat ertoe heeft geleid dat er veel onduidelijkheid heerst en een deel van de AC’s nog steeds alleen patiënten aanneemt met een verwijsbrief van de huisarts. Waarom heeft VWS wel expliciet beleid gemaakt voor directe verwijzing van de triage-audicien naar de KNO-arts, maar niet voor een audiologisch centrum? Hermerik vraagt het zich ook hardop af en een duidelijk antwoord op deze vraag heeft de FENAC tot op heden niet gekregen. “Het is voor ons niet duidelijk waarom er niet is besloten om voor audiologische zorg dezelfde regeling te treffen. We weten ook niet of dit überhaupt als optie op tafel heeft gelegen bij VWS. In de DBC-beleidsregels vervult de klinisch-fysicus audioloog de poortfunctie voor de audiologische zorg, wat betekent dat deze bevoegd is om een (zelfstandige) behandelrelatie aan te gaan met de patiënt/cliënt en hiervoor een zorgtraject te openen. Hierin is geen verschil met de KNO-arts. Het NOAHprotocol schrijft voor bij welke zorgvragen het AC of de KNO-arts betrokken zou moeten worden, dit protocol is door alle veldpartijen onderschreven. Vanuit de FENAC zien wij dan ook geen enkele belemmering om landelijk vast te leggen dat de triage-audicien in alle gevallen direct mag verwijzen naar het AC. Audiciens en huisartsen zijn hier groot voorstander van, omdat het de werkdruk verlaagt. Bovendien is het voor de patiënt zelf ook prettig als het onnodige bezoek aan de huisarts hen bespaard blijft.” Vanuit de FENAC zijn er inmiddels verschillende initiatieven genomen om dit punt onder de aandacht te brengen, maar het is nog niet gelukt om algemene afspraken te maken met VWS en de zorgverzekeraars als collectief. “De huidige werkwijze is gewoon erg onhandig”, stelt Hermerik. “Als het een AC al gelukt is om lokaal afspraken te maken met een zorgverzekeraar, dan geeft dit toch nog administratief gedoe: vaak moet dan bij elke verwijzing gecheckt worden waar de patiënt verzekerd is en of er afspraken zijn gemaakt met die verzekeraar. Ook kan er verwarring ontstaan indien de patiënt overstapt naar een andere zorgverzekeraar. Al met al is er dus nog steeds veel administratieve rompslomp. We zouden graag zien dat op korte termijn landelijk geregeld wordt dat de triage-audicien rechtstreeks naar het AC kan verwijzen. Het zou ideaal zijn dat er ook voor ons nu snel een generieke afspraak komt vanuit VWS, die bovendien door alle zorgverzekeraars onderschreven wordt. Dit geeft niet alleen duidelijkheid in de branche, maar het scheelt ook nog eens tijd en geld. Als VWS de zorg wil ontregelen, dan kan dit een goede en logische vervolgstap zijn.” IN DE PRAKTIJK VERTROUWT DE HUISARTS OP DE KUNDE VAN EEN TRIAGE-AUDICIEN EN IS HET ZELDEN ZO DAT DE HUISARTS DE NOODZAAK VAN DE VERWIJZING IN TWIJFEL TE TREKT OF AANVULLEND ONDERZOEK DOET “ “ Bruggen bouwen De FENAC zal zich blijven inzetten om het lijntje tussen de audicien en de AC’s korter te maken ten behoeve van de patiënt. Ondertussen onderzoekt de branchevereniging ook andere mogelijkheden om processen efficiënter in te richten, om zo de druk op de zorg te verlagen. Met het oog op de toekomst kan men dit als noodzakelijk bestempelen. “De zorgvraag neemt toe, zeker ook in de hoorzorg, waar vergrijzing een grote rol speelt. Het legt een (te) grote druk op de zorgcapaciteit. Daarom is het belangrijk dat we de zorg anders gaan inrichten, in lijn met het Integraal Zorgakkoord. Technische innovaties kunnen wellicht gaan bijdragen aan kwaliteit en efficiëntie. Maar voor de korte termijn denk ik dat het vooral belangrijk is dat alle professionals die betrokken zijn bij de hoorzorg samenwerken in een netwerk, waarin door specialisatie, kennisdeling, laagdrempelige afstemming en doelmatige verwijzing elke patiënt kwalitatief goede en doelmatige zorg ontvangt. Stem regelmatig met elkaar af, zodat je weet wat er speelt bij de ander. Leer van elkaar. De FENAC heeft de intentie om komend jaar voor alle AC’s een uitwisseling te organiseren van best practices op het gebied van netwerkzorg, met ook aandacht voor de rolverdeling tussen universitaire en perifere AC’s. Vanuit de FENAC blijven we ook contacten onderhouden met brancheverenigingen als NVZ en NFU, patiëntenverenigingen, zorgverzekeraars en beleidsmakers, om met elkaar de zorg voortdurend te blijven optimaliseren. Door met elkaar in gesprek te blijven en samen te werken, kunnen we stappen blijven zetten om de zorg beter te organiseren”, besluit Hermerik. Meer informatie: Federatie van Nederlandse Audiologische Centra (FENAC) Tel. +31 (0)30-2769902, www.fenac.nl

RkJQdWJsaXNoZXIy MTAyNDU4