Meat&Co nr 4 2023 online

MEAT&CO NR 4 2023 3 COLOFON EN DE VISIE Vaktijdschrift voor de vlees- en eiwitverwerkende industrie Verantwoordelijke uitgever Nederland: GPmedia BV Van Schaeck Mathonsingel 8 6512 AP Nijmegen, The Netherlands Telefoon: +31 (0)24 3 246146 E-mail: info@gpmedia.nl Internet: www.gpmedia.nl www.meat-co.nl Verantwoordelijke uitgever België: GPmedia BV Postbus 10000 2300 Turnhout (B) Uitgever: Peter Peeters Redactie: Martijn Schwillens (hoofdredacteur) m.schwillens@gpmedia.nl Koen Fens (redacteur) k.fens@gpmedia.nl Sales: GPmedia BV Gerdo van de Peppel (verkoopleider) g.peppel@gpmedia.nl Emiel Bruning (Media-adviseur) e.bruning@gpmedia.nl Alle orders worden afgesloten en uitgevoerd conform de Regelingen voor het Advertentiewezen, gedeponeerd ter griffie van de Arrondissementsrechtbanken en bij de Kamer van Koophandel. Vaktijdschrift Meat&Co heeft het HOI Keurmerk. Dit betekent dat de oplage is gegarandeerd en gecontroleerd. Abonnementen: www.gpmedia.nl of via info@gpmedia.nl Per jaar € 42,- Losse verkoop € 10,50 Het abonnement kan elk gewenst moment ingaan. Vormgeving: GPmedia BV Telefoon: +31 (0)24 3 246146 Internet: www.gpmedia.nl Druk: PRinterface ISSN: 1872-9363 © Copyright 2023 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie microfilm of welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Meat&Co besteedt de grootst mogelijke aandacht aan de juistheid van de informatie die in het vaktijdschrift wordt opgenomen. Fouten zijn echter niet volledig uit te sluiten. De uitgever en de auteurs zijn dan ook op geen enkele wijze verantwoordelijk voor schade, van welke aard ook, die is ontstaan als gevolg van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op de bedoelde informatie. Tweemaandelijks Vaktijdschrift - Erkenningsnummer (P708169) Vak t i j ds ch r i f t voo r de t o t a l e v l ee s - en e iwi t ve rwe r kende i ndus t r i e | Sep t embe r 202 3 | 1 8 e j aa r gang no . 4 | Pr i j s € 10, 50 Special MACHINES, PRODUCTIELIJNEN & AUTOMATISERING COVERSTORY HITEC FOODSYTEMS Gelijkmatig, dubbelzijdig bakken en braden zonder toevoeging van extra vet Met onze vaktijdschriften voor de vleessector (Meat & Co en SlagersVak) verschijnen wij zowel in Nederland als in Vlaanderen. Taal is één van de gemene delers tussen beide ‘landen’, wat het gemakkelijker maakt om artikelen te publiceren die interessant en relevant zijn voor lezers aan beide kanten van de grens. Veel machinefabrikanten, vleesverwerkers en leveranciers van grondstoffen zijn ook actief in de Benelux, zij het direct of via een agentschap. Tegenover de vele overeenkomsten tussen beide landen, staan ook de nodige verschillen. Zeker op het gebied van vlees (eten), verschillen Nederlanders en Belgen nogal. Dat ervaarde ik afgelopen zomer zelf, toen ik op vakantie was in Nieuwpoort. Op de menukaart moest met een vergrootglas worden gezocht naar vegetarische alternatieven, laat staan dat ik wat vegan gerechten tegenkwam. Vlees (eten) is onderdeel van de Vlaamse cultuur. Dat verschil uit zich overigens ook in de advieshoeveelheid vlees die het nationale voedingscentrum hanteert: 75 gram in Nederland, 150 gram in België. Blijkbaar is gezondheid ‘subjectief’. Of zou het rode vlees in Oostende nét wat minder vet zijn dan in Culemborg? Martijn Schwillens Hoofdredacteur vaktijdschrift Meat&Co m.schwillens@gpmedia.nl IN NEDERLAND DAALT DE VLEESCONSUMPTIE AL JAREN NIET TOT NAUWELIJKS. IN HOEVERRE VOLDOE JE DAN NOG AAN EEN VRAAG ALS JE AANBOD UIT 60 OF 80 PROCENT PLANTBASED FOODPRODUCTEN BESTAAT? De Visie Vraag en aanbod Het is deze subjectiviteit die de gehele discussie ‘bevuilt’. Op basis van onderbuikgevoelens worden beslissingen genomen. Op hoog niveau. Zo stapt het Erasmus MC over naar een menu dat uiteindelijk voor 80 procent uit plantaardige eiwitten gaat bestaan. “Dierlijke eiwitten heb je bijna niet meer nodig”, stelt specialist Koen Joosten in een interview met de Telegraaf . En tien van de dertien grootste cateringbedrijven van Nederland spraken onlangs de intentie uit om per 2030 meer dan zestig procent ‘van de verkochte eiwitten plantaardig te laten zijn’. Gezondheid wordt vaak genoemd als belangrijk argument om deze keuzes te rechtvaardigen. Tegenover deze nieuwsfeiten kwam het bericht vanuit de Universiteit van Gent (UGent) dat zij ‘het vegetarisch aanbod in restaurants gaan verminderen, omdat studenten meer vlees en vis willen’. In België werd in de zomer eveneens een convenant opgesteld door 1000 gerenommeerde wetenschappers uit de gehele EU, die een meer evenwichtige discussie rondom voeding, duurzaamheid en gezondheid wensen. “In plaats van de continue anti-veeteelt-toon.” Het grappige is: zowel in het artikel van de tien grote cateringbedrijven als dat van de UGent staat dezelfde quote: “Het is de bedoeling om het aanbod in de toekomst beter af te stemmen op de vraag.” In het geval van UGent klopt dit. Zij gaan van een 50-50 naar 75% niet-vegetarische en 25% vegetarische gerechten in de studentenrestaurants. In Nederland kun je hier echter vraagtekens bijzetten. De vleesconsumptie daalt al jaren niet tot nauwelijks en het marktaandel plantbased producten is net aan 5 procent. In hoeverre voldoe je dan nog aan een vraag als je aanbod uit 60 of 80 procent plantbased foodproducten bestaat? Als de vraag naar plantaardig groeit, groeit automatisch ook het aanbod. In Nederland lijkt het tegenovergestelde het geval. Het ‘Groot Dictee der Nederlandse Taal’ wordt meestal gewonnen door een Vlaming. Is dat omdat ze wijzer zijn? Op het gebied van vlees (eten) lijkt dat alvast het geval. Veel leesplezier.

RkJQdWJsaXNoZXIy MTAyNDU4