Previous Page  18 / 84 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 18 / 84 Next Page
Page Background

C

o v e r s t o r y

PROCORNEA

BRENGT U

OP (DE) HOOGTE

PROCORNEA NEDERLAND B.V. ONTWERPT EN PRODUCEERT AL RUIM VEERTIG JAAR LENZEN (ZACHT EN VORMSTABIEL) EN IS CONTINUE OP

ZOEK NAAR DE HOOGSTE PRECISIE EN KWALITEIT IN HAAR PRODUCTEN. STREVEN IS OM DE MAXIMALE VISUELE SCHERPTE TE BEHALEN MET

ONZE CONTACTLENZEN ONGEACHT DE CONDITIE VAN HET OOG EN HIERMEE BIJ TE DRAGEN AAN HET LE(VE)NSGELUK VAN CONSUMENTEN.

Bij Procornea stellen wij ons dagelijks de vraag of wat we doen nóg beter kan.

Daarbij is het van belang om kritisch te kijken naar bestaande processen en

verder te durven denken. Dat geldt uiteraard ook voor de manier waarop onze

lenzen worden aangepast.

Sinds tientallen jaren ‘passen’ we in de optiekwereld zachte lenzen aan op basis

van de centrale keratometrie. We tellen daar een ervaringswaarde bij op en voilà;

de te bestellen BCR is bekend. Vervolgens kunnen we deze lens bestellen en

afwachten of de lens zal functioneren. We bepalen dus in feite op grond van een

meetgebied van 3 millimeter wat de pasvorm moet zijn van een zachte lens die

al snel 14,2 millimeter van het oog bedekt. Of het nog veel vaker voorkomende

scenario: een ‘one size fits all’ lens wordt uit een blister gepakt en op het oog

gezet. Is er dan nog enige mate van beweging te zien na een knipperslag of met

de “push-up test”? Dan wordt de passing als voldoende beoordeeld.

Eigenlijk een bedroevende manier van contactlenzen “aanmeten” als je het ver-

gelijkt met de situatie bij vormstabiele lenzen. Daarbij wordt de ideale passing

bepaald met behulp van de cornea topograaf, uitgekiende aanmeetsoftware

en op basis van gesimuleerde fluoresceïne beelden. Een wereld van verschil.

Maar waarom doen we dat dan zo? Het dilemma bij zachte lenzen is natuur-

lijk dat de passing van een zachte lens niet door de cornea bepaald wordt,

maar op de sclera voorbij de limbus. Juist daar laten de gangbare corneato-

pografen ons ins de steek. Immers kunnen we met Placido systemen in het

beste geval een meetgebied van 9,6 tot 10 millimeter bereiken. Voorbij de

limbus komen we dus lang niet.

Is dit dan een probleem? Een zachte lens vormt zich immers naar de vorm

van het oog, dus het komt toch allemaal niet zo nauw? Bij Procornea zijn

we sterk van mening dat het wel degelijk zo nauw komt. Ook bij zachte

lenzen. Een verkeerde passing kan voor vervelende problemen zorgen die

voorkomen hadden kunnen worden. Op de volgende pagina een voorbeeld

van een moderne silicone zachte disposable lens die ‘warpage’ veroorzaakt:

D

e

O

p t i c i e n

n r

6 2 0 1 6

18