De Kapper Nr 2-2024 Online

DE KAPPER NR 2 2024 19 Daar sta je dan, gebogen over de kappersstoel, met zorgvuldig gestyled haar, vlekkeloze make-up en nagels die zo lang zijn dat je er gemakkelijk het gras tussen de tegels mee kunt lospeuteren. Tussendoor gluur je even op je mobiele telefoon, nieuwsgierig naar de laatste updates van je mede-kapper in opleiding die naast je staat te werken. Als aspirant-kapster wil je natuurlijk goed op de hoogte blijven - het is immers een sociaal vak. Maar tussen het werken door blijf je vastgeplakt aan je telefoon, bang om iets te missen op TikTok, Instagram, WhatsApp of Telegram. En laten we niet vergeten dat je ook nog even trots je nieuwste armband of ring wilt laten zien, naast de tientallen andere sieraden die je al met je meedraagt tijdens het werk. Bij het lezen van de bovenstaande tekst, die enigszins overdreven is geschreven, kunt u wellicht een kreet van ontzetting slaken of juist een kleine glimlach op uw gezicht toveren, omdat het zo herkenbaar is. Helaas is dit echter wel een stukje realiteit anno 2024. Met enige regelmaat bezoek ik scholen waar onze toekomstige kapsters en kappers worden opgeleid, en ik zie dit beeld met mijn eigen ogen vaak live in de praktijklokalen. Eerst dacht ik nog dat mijn brillenglazen wellicht schoongemaakt moesten worden, omdat ik misschien een waas voor mijn ogen had en alles niet meer zo helder zag. Maar tot mijn verbazing bleken de brillenglazen nog superschoon te zijn. Het lijkt misschien gemakkelijk om de schuld bij de scholen te leggen, zoals we vaak snel doen. Maar dat vind ik te kort door de bocht. Want het is een hele uitdaging om een groep van zo'n 20 jongeren te motiveren, zeker als ze nog bezig zijn met het ontwikkelen van hun brein - een fase die we ook wel puberteit noemen. In deze fase wint emotie vaak nog van verstand. Deze tijd vraagt om een andere aanpak waar we vaak nog aan moeten wennen. Als we in de toekomst goed DOORGEEF COLUMN In deze doorgeefcolumn neemt iemand uit de branche het woord om zijn of haar visie of gedachten op papier te zetten over de ontwikkelingen in de kappersbranche. Coos Tieleman trapt af met zijn visie over de nieuwe generatie én de opleidingen binnen het kappersvak. Coos is eigenaar van Kunst en Knipwerk in Nijmegen, lid van de Ledenraad ANKO en organiseert diverse kappersevenementen, zoals de Haarmodelijn, en fotoshoots. GLITTER EN GLAMOUR MET KAPOTTE HANDEN opgeleide kappers en kapsters in onze salons willen hebben, moeten ook wij bereid zijn om onszelf aan te passen. We moeten inzicht krijgen in het denken en handelen van deze jonge mensen. De tijd van simpelweg vertellen wat we niet willen en hoe het moet, is geschiedenis. Onlangs werd ik uitgenodigd voor een bijeenkomst van de ANKO, waar Robert Douma, een docent en ondernemer in ons vakgebied, een eerlijke uitleg gaf over de zogenaamde Gen Z. Voor mij was het een feest van herkenning om te horen hoe deze docent met zijn aanpak probeerde om deze doelgroep te bereiken. Op de terugweg dacht ik bij mezelf: hadden alle jongeren die het kappersvak willen leren maar een docent zoals Robert Douma. Toch blijf ik van mening dat ook wij als branche een verplichting hebben om ons in te spannen als we goed opgeleide en gemotiveerde professionals achter onze stoelen willen hebben. Daarom zouden we meer betrokken moeten zijn bij het onderwijs. Alleen maar klagen over het niveau van docenten of beweren dat studenten op school dingen leren die we ze in de salon weer moeten afleren, levert niets op. Dat is ouderwets denken en houdt ons vast in een vicieuze cirkel die ik al ken sinds de jaren tachtig. En natuurlijk hoor ik nu mensen denken dat vroeger het onderwijs beter was en dat we meer controle hadden. Maar dat is verleden tijd en zal niet terugkeren. Voor nu is het belangrijk dat we een manier vinden om toekomstige kappers en kapsters te leren om rechtop te staan, met licht gebogen knieën, zonder overdreven versierd te zijn met glitter en glamour. Misschien kunnen lange nagels zelfs nog van nut zijn bij het indelen van het haar. Wat mij betreft mogen mobiele telefoons even tot rust komen tijdens het werk, en kunnen ze weer tot leven komen tijdens pauzes. Kortom, laten we vooral vooruitkijken in plaats van achterom te blijven kijken. Er liggen kansen voor ons als we ons verleden gebruiken als een springplank in plaats van een hangmat. Laten we samen een manier vinden om ons prachtige vak nieuw leven in te blazen, zodat jongeren trots zijn dat ze ervoor hebben gekozen. Op die manier kunnen we ook gemakkelijker nieuw talent aantrekken voor onze salons. Samenwerking tussen brancheorganisaties, onderwijsinstellingen en bedrijven is hierbij essentieel. Als we gezamenlijk de handen uit de mouwen steken, zal ons mooie vak alleen maar mooier worden. Good Mood is Good Hair. Coos Tieleman LATEN WE SAMEN EEN MANIER VINDEN OM ONS PRACHTIGE VAK NIEUW LEVEN IN TE BLAZEN, ZODAT JONGEREN TROTS ZIJN DAT ZE ERVOOR HEBBEN GEKOZEN

RkJQdWJsaXNoZXIy MTAyNDU4