Hoordetail nr 4 2023

HOORDETAIL NR 4 2023 38 Wat vindt… Jaarlijks wordt in de derde week van november, tijdens de Week van de Werkstress, stilgestaan bij de toenemende werkdruk en het toenemende aantal burn-outs in Nederland. De huidige arbeidsmarktkrapte en individualisering dragen eraan bij dat de ervaren werkdruk toeneemt. Hybride werken wordt door vele als een oplossing gezien om de werkdruk te verlagen en is sinds de coronapandemie ook niet meer weg te denken in de maatschappij. Nadeel van hybride werken is dat het een bijdrage levert aan de toenemende individualisering en de afstand tot collega’s en de werkvloer vergroot. Terwijl nu juist (ver)binding met collega’s en het gevoel om ergens bij te horen een belangrijke factor is om het werkplezier te verhogen. Voor mensen met slechthorendheid kan het effect hiervan nu juist nog sterker zijn. Is hybride werken daarom een vloek of een zegen voor mensen met slechthorendheid? Daarom de stelling ‘Hybride werken is dé oplossing voor mensen met slechthorendheid’. Drie professionals wagen zich aan deze stelling. “HYBRIDE WERKEN IS DÉ OPLOSSING VOOR MENSEN MET SLECHTHORENDHEID” Carmen de Jonge Voorzitter NVAB "Dé slechthorende bestaat niet. Er zijn veel slechthorenden die het heerlijk vinden om rustig thuis te werken en klussen geconcentreerd af te maken, afgewisseld met het collegiale contact op de werkvloer, waar ze juist de hectiek van ontmoeten en vergaderen kunnen opzoeken. Tegelijkertijd zijn er ook mensen die liever altijd die stiltewerkplek opzoeken. Of de keuze helemaal niet hebben om thuis te werken, omdat ze bijvoorbeeld op de bus rijden of in de fabriek werken. We weten dat er zo’n 1 miljoen mensen zijn dat een gehoorverlies heeft tussen de 25 dB en 35dB en zo’n 260.000 die daar net boven zitten. Dat is juist de groep waarbij de impact van het gehoorverlies op het functioneren nog wel eens wordt onderschat. Niet in de laatste plaats door hen zelf. Vermoeidheid, hoofdpijn of concentratieverlies wordt zeker niet altijd in relatie gebracht met dat gehoorverlies en mensen gaan hier dan ook verschillend mee om. Daarom: dé slechthorende bestaat niet. Tegelijkertijd is het wel van belang dat leidinggevenden, en ook werkenden zelf, zich beseffen wat ervoor nodig is om vitaal te blijven, ofwel fit for the job. Uiteraard zit dat in de inzet van de nodige hulpmiddelen, waarbij er vaak meer mogelijkheden blijken te zijn dan vooraf gedacht. Meer nog zit het in het besef dat je samen ook moet nadenken over wat goed voor je welbevinden is en daar ook de ruimte voor nemen en krijgen. Dus aan de werkenden: breng onder woorden wat voor jou goed werkt, vraag aan collega’s of ze er rekening mee willen houden en neem op tijd de beslissing om in een rustige ruimte te werken. Dat vergt soms moed om over een drempel heen te stappen, maar maak het kenbaar, ook in groepen. Dan is het voor anderen ook duidelijk dat je zo beter mee kunt doen in overleggen en onderlinge communicatie. En aan werkgevers: ben er alert op dat dé slechthorende niet bestaat, net zoals dé werknemer niet bestaat. Sterker: ik denk dat voor alle werknemers geldt dat ze soms veel en soms wat minder geluidsprikkels om zich heen willen hebben. Dat maakt dus dat we dé slechthorende niet in een apart vakje moeten willen plaatsen en vooral naar huis moeten sturen, omdat dat beter zou zijn. Nee het lijkt mij beter om open en transparant te communiceren: wat werkt wel, wat werkt niet voor jou. Dat zal meer zijn dan het wel of niet thuiswerken of op een stilteplek, maar ook of de radio liever uitgezet wordt en of het telefoongesprek ergens anders kan plaatsvinden om meer rust te bewaren. Met dat begrip, en natuurlijk de juiste hulpmiddelen, komen we een heel eind.”

RkJQdWJsaXNoZXIy MTAyNDU4