Slagersvak nr 2 2023 Online

SLAGERSVAK NR 2 2023 39 We spreken Hoedemaker eind maart, daags nadat hij op de Algemene Ledenvergadering van de Producentenorganisatie Varkenshouderij (POV) een vlammend betoog heeft gehouden over ‘Holland Varken’ als het nieuwe ketenkwaliteitssysteem voor de Nederlandse varkenssector. Holland Varken zorgt voor betere informatie-uitwisseling en verdere kostenefficiëntie in de keten, en voor een betere marktpositie in het buitenland. “Het stelt de boeren én de vleesproducenten samen in staat om de regie te kunnen voeren over het kwaliteitssysteem, maar het belangrijkste is dat Holland Varken ook meteen een merknaam is. Vooral een sterke merknaam voor onderscheidende marktconcepten voor die groep consumenten die bereid is meer te betalen voor duurzaamheid of dierenwelzijn. Dankzij Holland Varken kunnen we onze onderscheidende concepten onder één noemer uitdragen, zodat iedereen in Europa en ver daarbuiten ziet: Varkensvlees uit Nederland, dat is topkwaliteit. Met deze stap zijn we overtuigd dat we toegang tot de best betalende afzetmarkten kunnen behouden én vergroten.” Meer realiteitszin Hoedemaker constateert dat de Nederlandse vleessector niet langer in het verdomhoekje zit. “Een hele kleine maar zeer slimme minderheid heeft de afgelopen jaren, door goed samen te werken, het podium gepakt en daarmee de politiek weten te beïnvloeden. Maar dat verandert niet de werkelijkheid dat 95% van de Nederland gewoon vlees eet en wil blijven eten. Dat mensen massaal op BBB hebben gestemd, is een signaal dat mensen klaar zijn met het gehype. De maatschappij denkt heel anders over het platteland, de boeren en de vleessector dan sommige politici willen doen geloven. Ngo’s zijn heel goed in framing om fondsen te kunnen werven. Als Natuurmonumenten geld nodig heeft, roepen ze: ‘De natuur gaat naar de gallemiezen.’ Maar mensen prikken er inmiddels doorheen. Wij roepen daarom de politiek op om de feiten te gaan hanteren en daar naar te acteren. Meer realiteitszin! Dus minder sturen op ideologie of wat men denkt dat de maatschappij nodig heeft, en acteren naar wat de maatschappij wil en met de stem op BBB ook duidelijk heeft gemaakt aan het Kabinet.” Eerlijke verhaal Overigens is Hoedemaker van mening dat de Nederlandse vleessector de hand ook (deels) in eigen boezem moet steken. Het is mede daarom dat in 2022 het platform Nederland Vleesland werd opgericht door verschillende brancheorganisaties. “We hebben te lang gedacht: iedereen eet vlees, dus mensen vinden het oké wat we doen. Maar onbekend maakt onbemind en wij zijn te lang stil geweest”, vindt de in januari 2021 aangetreden preses van de COV. “Gevolg is dat er ruimte ontstond voor partijen, die willen dat we minder vlees eten, die misverstanden over de vee- of vleessector doelbewust uitvergroten. We hebben gemerkt dat in de politiek te makkelijk meegestemd wordt met moties, waarvan de gemiddelde Nederlander en een doorsnee Kamerlid niet eens weet of het feitelijk wel klopt. Als je bijvoorbeeld 1 kilo plantaardig nepvlees vergelijkt met 1 kilogram dierlijk vlees, dan moet je er wel bij vertellen dat je 30% meer plantbased eiwit nodig hebt om dezelfde hoeveelheid voedingsstoffen te krijgen. Eerlijk vertellen dat vleesvervangers vol met kunstmatige geur-, kleur- en smaakstoffen zitten. Dat vlees een zeer hoge voedingswaarde heeft en gewoon gezond is. Of dat we in Nederland inmiddels varkensvlees maken met een carbon footprint die gelijk is aan die van tofu. Dat moeten we vaker vertellen, want nu ontstaat er ruimte voor halve en hele onwaarheden waar de politiek zijn besluitvorming op baseert. Gelukkig is er een kentering”, constateert Hoedemaker. “Neem de Week Zonder Vlees en Zuivel. Die ging vorig jaar gepaard met dikke campagnes, terwijl je ze dit jaar bijna niet hebt gehoord. Oók zij hebben moeten erkennen dat als je alle dierlijke eiwitten weghaalt uit een dieet, en vervangt door plantbased, fabrieksgemaakte vleesvervangers, de milieuwinst slechter uitpakt dan ze deden voorkomen. Zeker qua waterverbruik en CO2-uitstoot. Gelukkig krijgen we inmiddels gemakkelijker toegang om ons verhaal te vertellen.” Slachtcapaciteit De verkiezingsuitslag mag dan wel een sterk signaal zijn, voorsorteren is er voor de vleesproducenten voorlopig nog even niet bij. “We wachten gespannen op wat komen gaat. Uiteraard praten we actief mee over het landbouwakkoord, het convenant dierwaardige veehouderij en zitten we aan allerlei deeltafels, maar DANKZIJ HOLLAND VARKEN KUNNEN WE ONZE ONDERSCHEIDENDE CONCEPTEN ONDER ÉÉN NOEMER UITDRAGEN, ZODAT IEDEREEN IN EUROPA EN VER DAARBUITEN ZIET: VARKENSVLEES UIT NEDERLAND, DAT IS TOPKWALITEIT er is nog geen duidelijkheid. Bovendien passen wij er als sector voor dat de prijs voor de krimp van de veestapel bij de vleesindustrie wordt neergelegd. Als sector ondervinden óók wij de gevolgen. Minder boeren heeft uiteraard invloed op vraag en aanbod. Er kan relatieve schaarste ontstaan, waardoor de prijzen van de varkens en koeien omhoog gaan. Als de krimp drastische percentages gaat aannemen, dan ontstaat er zoveel schaarste dat slachterijen te weinig kunnen verwerken om hun kosten te betalen en hun investeringen terug te verdienen. In Nederland hebben slachthuizen enorm geïnvesteerd in prachtige faciliteiten, volgens de hoogste eisen. Om dat terug te kunnen verdienen is een bepaalde slachthoeveelheid nodig. We moeten rekening houden met een krimp van de slachtcapaciteit in Nederland. Maar hoe kunnen we dat op een duurzame manier realiseren? Als je slachtcapaciteit uit de markt haalt, hoe bepaal je dan wie er nog mag blijven slachten? Als je veehouders uitkoopt, dan moet je – in lijn met de krimp – slachtlocaties uitkopen. Dat is een punt dat in het landbouwakkoord opgenomen moet worden.” Waardering is hoog Hoedemaker snapt niet dat er politici zijn die aansturen op, wat hij noemt, voedselnationalisme. “Qua milieuwetgeving en dierenwelzijn doen wij het in Nederland beter dan welk land ook. We leveren een hoge kwaliteit en daar is markt voor in vooral Noordwest-Europa. Als je dan bepleit dat Nederland alleen mag produceren voor de Nederlanders, dan is dat gewoon enorm asociaal. Nog los van het feit dat je dan ons kookboek helemaal moet herschrijven, want wij eten slechts een klein gedeelte van het geslachte dier. We verkopen per jaar voor ruim 800 miljoen euro aan varkensoren, -snuiten, -pootjes en -staarten. Daar worden ze gewaardeerd, als we ze in Nederland moeten houden worden ze verwerkt tot tuinmestkorrels”, onderstreept Hoedemaker. “Er wordt geroepen dat twee van de tien varkens naar China gaan, maar in werkelijkheid gaat 20% van elk varken naar China. Dat is écht fundamenteel anders. We hebben in het verleden nagelaten duidelijk uit te leggen dat we elk stukje van het dier brengen naar de consument die dat het beste waardeert. Dat zorgt voor een optimale, duurzame benutting. En voor meer inkomen voor een betere houderij. De waardering in het buitenland voor Nederlands vlees is enorm hoog.” Koesteren Hoedemaker besluit krachtig: “Nederland heeft geen ‘Silicon Valley’. Wij hebben havens, tuinbouw, landbouw en voedselproductie. Vlees is een belangrijke pijler van onze economie. Bovendien heeft de Oekraïne-oorlog duidelijk gemaakt dat altijd genoeg en veilig voedsel hebben niet zo vanzelfsprekendheid is. Laten we koesteren dat wij vanuit Nederland Noordwest-Europa kunnen voeden. Wij roepen de politiek op om zo snel mogelijk de boeren en de voedselproducenten in ons land fundamenteel te herwaarderen. Stad én platteland doen er in Nederland allebei evenveel toe!” Meer informatie: Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV) Tel. +31 (0)79-3634 900 info@cov.nl www.cov.nl

RkJQdWJsaXNoZXIy MTAyNDU4