Slagersvak nr3 2022 Online

Sl a g e r sVa k n r 3 2 0 2 2 47 Bij binnenkomst is er wat twijfel. Een gezellig barretje plus een rek aan de muur met allerlei luxe wijnen doen uw schrijver ter plekke even verwarren. Ben ik bij Vleeschmeester of toch per ongeluk bij een luxe foodstore binnengelopen? Wie echter de linkerdeur neemt (en niet zoals ik de rechteringang), loopt ‘gewoon’ de slagerswinkel binnen. Wat beiden winkelruimtes met elkaar verbindt, is een luxueuze uitstraling, gevat in mooie vitrines, hoogkwalitatieve producten en een winkelinrichting die duidelijk maakt dat Vleeschmeester Rotterdam-Hillegersberg meer is dan een doorsnee stadsslager. “Over elk detail in de slagerij en het horecagedeelte is nagedacht, maar het concept is eigenlijk per toeval tot stand gekomen”, erkent Dominique. “We wilden een broodjescorner beginnen en tijdens de planfase gaf mijn buurman aan dat zijn pand (waar een drogisterij was gevestigd) vrij zou komen. Of ik geen interesse had. Dat gaf ons de mogelijkheid om er 250 vierkante meter winkelvloer bij te trekken. Wij wilden broodjes gaan verkopen en moesten een horecavergunning aanvragen. De gemeente zei toen dat ze er nog één voor dit gebied mochten verstrekken, waarop we direct ja hebben gezegd en de boel hebben uitgebreid met een luxe broodjeskaart en lekker drankjes.” PILOT VOOR ANDERE VLEESCHMEESTERS “Op de begane grond hebben we nu de winkel en horeca, en beneden bevinden zich de kantoren en productieruimte”, zegt Dominique, die behalve eigenaar van deVleeschmeesterslagerij in Rotterdam-Hillegersberg, Gorinchem en Roosendaal ook franchisegever is. “We hebben nu een twaalftal winkels die met de franchiseformule van Vleeschmeester werken. In die zin is onze horeca hier ook een pilot, want als het blijvend aanslaat, zijn er een paar Vleeschmeester-winkels die dit ook relatief simpel kunnen realiseren.” De toevallige totstandkoming past wel bij de manier waarop Dominique te werk gaat. “Ik ben goed in de formule draaien en winkels laten groeien. Zo ben ik zelf ook begonnen. Ik had al zeven een jaar een eigen slagerswinkel en ben vanuit die basis met Vleeschmeester begonnen. Simpelweg omdat ik vond dat ik het zelf beter kon dan wat er beschikbaar was qua franchisers. Nadat ik ‘nee’ had verkocht aan de eerste vijf slagerijen, die zich bij mij hadden gemeld, heb ik bij de zesde gezegd: ‘Ja, laten we dat maar doen dan.’ Inmiddels zitten we op twaalf winkels, van West-Brabant tot de Noordoostpolder. Elk van onze winkels is anders, maar ze zijn altijd passend bij onze franchise.” Zelf omschrijft hij zijn formule ‘als bovenkant markt’. “Overal waar we gevestigd zijn, hebben de winkels een luxe uitstraling en is de kwaliteit in de toonbank de beste die er is. Als je duur bent, zeggen ze dat je goed bent. Goed en duur gaan prima samen, zolang wat de consument koopt goed is. En zeker beter dan bij een supermarkt of een andere slagerij, zodat hij of zij ook in de toekomst terugkomt. Als iets te goedkoop is, gaan mensen zich afvragen of de kwaliteit wel deugt. Ik zeg ook altijd tegen ondernemers, die moeite hebben om een euro per kilo op hun verkoopprijs te gooien, dat ze moeten stoppen met trutten. Als een klant gewend was om voorheen zes euro te betalen voor zes ons en nu 6,60 voor hetzelfde moet betalen, dan doet-ie dat zonder problemen. Als ze dat te duur vinden, kwamen ze niet naar de slagerij. Dat is mijn visie.”

RkJQdWJsaXNoZXIy MTAyNDU4