Previous Page  74 / 76 Next Page
Information
Show Menu
Previous Page 74 / 76 Next Page
Page Background

D

E

O

P T I C I E N

N R

3 2 0 1 5

74

J

U R I D I S C H

A D V I E S

Wat te doen met werknemers die

niet vooruit te branden zijn?

Iedereen kan er wel één aanwij-

zen: die ene collega die conse-

quent de kantjes er vanaf loopt

en daarmee andere collega’s met

extra werk opzadelt. Wat kunt u

doen indien uw werknemer niet

goed functioneert? Mag u een

disfunctionerende werknemer

zomaar ontslaan?

Wanneer is sprake van disfunctioneren?

Van disfunctioneren is sprake wanneer een werknemer niet aan de functie-

eisen voldoet en daarmee ongeschikt is voor het uitoefenen zijn functie. Om

disfunctioneren aan te tonen, moet de werkgever aannemelijk maken dat

de werknemer ongeschikt is voor het uitoefenen van zijn functie en dat de

werkgever heeft geprobeerd om het functioneren van de werknemer weer

op peil te krijgen. Verder moet de werkgever aannemelijk maken dat het dis-

functioneren niet het gevolg is van een ziekte of gebrek van de werknemer,

of van onvoldoende zorg voor de arbeidsomstandigheden aan de zijde van

de werkgever.

Dossieropbouw

Indien u niet tevreden bent met het functioneren van uw werknemer, kunt u

niet zomaar overgaan tot ontslag. Eerst moet voldoende vast komen te liggen

dat daadwerkelijk sprake is van disfunctioneren in juridische zin. Hiervoor is

een volledig dossier essentieel.

Om voldoende dossier op te kunnen bouwen, is het raadzaam om regelmatig

(minimaal twee keer per jaar) functioneringsgesprekken in te plannen. Leg

na afloop van deze gesprekken duidelijk vast hoe u het functioneren van de

werknemer beoordeelt en op welke punten u verbetering verwacht. Het is

verstandig om de functioneringsverslagen iedere keer door de werknemer

voor akkoord (of voor gezien) te laten ondertekenen. Zo voorkomt u dat uw

werknemer achteraf ontkent dat hij (tijdig) op zijn functioneren is aangespro-

ken.

Overigens hoeft u niet te wachten op een officieel beoordelingsmoment, om

uw werknemer op zijn functioneren aan te spreken. Spreek uw werknemer

zo nodig ook ‘ad hoc’ aan. Dit geldt met name wanneer het gaat om minder

zware of minder concrete incidenten, zoals te laat komen, of werkhouding

en gedrag. Met een korte e-mail aan de betreffende werknemer waarin u

bevestigt wat er is besproken, bouwt u op eenvoudige wijze dossier op.

Voorbeeld:

“Vandaag zag ik je voor de derde keer deze week om kwart voor vijf al ver-

trekken, terwijl je collega’s allemaal nog aan het werk waren. Laten we hier

morgen even over praten, want het is niet de bedoeling dat je te vroeg naar

huis gaat en je collega’s al het werk laat oppakken.”

Verbetertraject

Van de werkgever wordt verder verwacht dat hij de werknemer in de gele-

genheid stelt om zijn functioneren te verbeteren en dat hij de werknemer

daarin zo nodig begeleidt. Dit kunt u doen door het aanbieden van een

verbetertraject.

Belangrijk is dat u duidelijke afspraken maakt over het doel en de inhoud

van het verbetertraject. Zorg voor voldoende evaluatiemomenten en benoem

welke consequenties (zoals ontslag!) kunnen volgen indien de gewenste

verbetering uitblijft. Ook over de duur van het verbetertraject dient vooraf

duidelijkheid te bestaan. Een verbetertraject van drie tot zes maanden wordt

in de regel redelijk bevonden. Als de werknemer lang in dienst is, is de ter-

mijn vaak langer

Ontslag wegens disfunctioneren

Blijft het functioneren van uw werknemer ondanks alle verbeterpogingen

onvoldoende? Dan kunt u overwegen om afscheid te nemen van uw werkne-

mer. Houd er rekening mee dat een rechter in beginsel op basis van het dos-

sier beoordeelt of sprake is van disfunctioneren. Ligt er onvoldoende dossier

om het gestelde disfunctioneren aan te tonen, of blijft het dossier beperkt tot

vage, subjectieve verwijten (gebrek aan motivatie, collegialiteit, etc.) dan is

de kans groot dat het gestelde disfunctioneren niet aannemelijk wordt geacht.

Met ingang van 1 juli 2015 wordt het ontslagrecht gewijzigd. De werkgever

heeft dan niet langer de keuze tussen de rechter of het UWV, maar moet –

indien sprake is van disfunctioneren – altijd naar de rechter. De kantonrech-

tersformule (‘A x B x C’) verdwijnt. In alle gevallen waarin de arbeidsovereen-

komst op initiatief van de werkgever wordt beëindigd, is de werkgever een

vaste beëindigingsvergoeding (de ‘transitievergoeding’) verschuldigd.

De rechter toetst of aan alle vereisten voor het vaststellen van disfunctioneren

is voldaan. Is dit niet het geval, dan kan de rechter de arbeidsovereenkomst

in beginsel niet ontbinden. De rechter kan de arbeidsovereenkomst niet als-

nog ontbinden en dit gebrek ‘compenseren’ met toekenning van een hogere

vergoeding aan de werknemer. De rechter is immers gebonden aan de (vaste)

transitievergoeding, die niet afhankelijk van de situatie kan worden gecor-

rigeerd.

Tot slot

Heeft u vragen over dossieropbouw of disfunctioneren?

Neem dan contact op met Nieske Nijkamp

(n.nijkamp@pvdb.nl)

of Samiha Said

(s.said@pvdb.nl

).

Uw vak als opticien bestaat al lang niet meer uit alleen maar de verkoop van mooie brillen en of het aanpassen van

contactlenzen. U bent meer en meer ondernemer en daarbij komen allerlei zaken kijken zoals verzekeringen, perso-

neelsbeleid, marketing, winkelinrichting en ga zo maar door. Binnen deze takken is er volop beweging en verandering

en wij houden u graag op de hoogte van deze ontwikkelingen. Samen met advocaten Samiha Said en Erik Jansen

van Poelmann van den Broek, brengt vaktijdschrift De Opticien u het laatste nieuws op het gebied van arbeidsrecht.

Vanaf 1 juli 2015 moet de werkgever aan extra eisen voldoen, wil hij

aannemelijk maken dat sprake is van disfunctioneren. De werkgever moet

vanaf dan ook aannemelijk maken dat:

- het gebrekkige functioneren geen verband houdt met een gebrek

aan scholing;

- herplaatsing (eventueel na scholing) in een andere functie niet

mogelijk is.

Wet werk en zekerheid